Eindelijk is het februari, en kunnen we officieel wat dingen gaan zaaien. Vorige maand zaaide ik al het een en ander, maar toch moet je altijd zorgen dat de jonge scheutjes voldoende licht krijgen. Nu de dagen al wat langer worden is het dan ook weer meer gepermitteerd. Gisteren zaaide ik in de serre al enkele rijtjes spinazie, radijs, raapstelen, kervel, sla en veldsla. En op de vensterbank staan de aubergines, peper en paprika’s te wachten om boven te komen. Maar op wat moeten we nu zeker letten als we aan het zaaien gaan?
1. Begin niet te vroeg met zaaien. Hoe moeilijk het ook is (ja, ook ik heb mij hier al meermaals aan laten vangen), begin niet te vroeg! Jonge plantjes hebben veel licht nodig, en in januari zijn de dagen nu eenmaal nog te kort. Je krijgt dan slappe, lange plantjes waarvan de kans op slagen minimaal is.
2. Maak de zaaigrond niet te nat. Niet te nat, niet te droog. Tja, het is soms moeilijk een evenwicht te vinden. Maar te nat is zeker niet goed. Ikzelf gebruik een plantenspuit waarmee ik de zaailingen binnen op de vensterbank 2 maal daags benevel.
3. Bekijk welk zaad je hebt: lichtkiemers, warmtekiemers, koudekiemers,… Het zaad zomaar lukraak in een potje gooien met wat aarde zal met wat geluk soms goed uitdraaien. Maar best zoek je even op wat voor zaad het is. Lichtkiemers, dit zijn onder andere de meeste kruiden, hebben licht nodig om te kiemen. De aarde afdekken met een beetje wit zand is dan aangeraden. Verder zijn er ook warmtekiemers, zoals aubergines die pas kiemen bij een temperatuur van 21°C. Roomse kervel is dan weer een koudekiemer. Deze zal pas beginnen groeien wanneer er wat vrieskou, of een tijdje in de diepvries, doorstaan heeft.
4. Zaai niet teveel! Ga in een klein potje geen 20 tomatenzaadjes gooien. Oké, de kans is klein dat alle 20 zaadjes een plantje zullen worden. Maar zelfs als iets meer dan de helft gaat kiemen zal er te weinig ruimte zijn om hun wortelstel voldoende te ontwikkelen. Bijgevolg krijg je weer zwakke plantjes, die immers moeilijk zijn om te gaan verspenen.
5. Vermijd verspenen. Misschien is niet iedereen het hiermee eens. Maar ik zaai liever maar een tweetal plantjes per potje. Zo kunnen de babyplantjes langer in hetzelfde potje blijven staan en heb ik minder werk. Ga je wel verspenen? Ga dan heel voorzichtig te werk! In speciaalzaken kan je handige hulpmiddeltjes vinden hiervoor.
6. Ga zeker alles labellen. Eind deze week zal je je heus nog herinnering dat je in dat vierkante bakje bloemkool hebt voorgezaaid, en in het ronde paprika. Maar binnen 3 weken zal dat al een ander verhaal zijn. Zeker als je ook nog eens meerdere soorten van dezelfde groente gaat voorzaaien.
7. Gebruik handige potjes of zaaitrays. Je kan uiteraard in alles zaaien. Van opengesneden melkkartons tot de duurste zaaibakjes die je maar kan vinden. Ikzelf gebruik kleine bloempotjes en zaaitrays. Deze laatste zijn voor alle soorten paprika, aubergine, tomaat,… samen te gaan zaaien. Hun kiemtijd en groeisnelheid is verschilt niet heel veel, ze zijn handig te verplaatsen en water te geven en ze nemen weinig plaats in. De bloempotjes zijn dan om bijvoorbeeld gespreid telkens een 4-tal bloemkolen te zaaien.
8. Gebruik goede grond. Goede potgrond speciaal voor het kweken van groenten met 1/3 wit zand is het best. Dit zal voor luchtige grond zorgen en zo zullen de zaden vlug kiemen. Zorg ook voor dat de grond op temperatuur is. Laat het zaaibakje met de grond in al enkele dagen op kamertemperatuur staan vooraleer je er de zaadjes in doet.
Hopelijk helpen deze tips jullie op weg voor een succesvol jaar!
Veel moestuinplezier!
X
Sarah
Ik ben Sarah. Welkom op mijn blog! Hier schrijf ik neer wat voor lekkers ik maak in mijn boerderijkeuken, wat ik kweek in mijn moes- en kruidentuin en hoe ons leven eruit ziet op de boerderij. Op deze manier hopen we dat ook jij even kan meegenieten van ons leven op het platteland!